Wordt je kat plots mager?
Als je kat mager wordt, dan kan dit verschillende redenen hebben, maar het is vooral belangrijk om de oorzaak op te sporen.
We geven enkele mogelijke oorzaken.
De kat vermagert door een verminderde eetlust
Een acute virale infectie zoals niesziekte kunnen de eetlust beïnvloeden. De kat krijgt hoge koorts. Ze beginnen met niezen, snotteren en krijgen oogontstekingen. Ze worden minder actief en door een verminderd reukvermogen gaat hun eetlust achteruit. Gevolg: de kat wordt mager op korte termijn.
Infecties door vechten bij voornamelijk katers kunnen zich ontwikkelen tot abcessen. De symptomen beginnen met koorts en verminderde eetlust. Deze abcessen kunnen bij laattijdig opmerken gaan openbarsten.
Gebitsproblemen zijn een veelvoorkomend probleem bij katten. Tandplak en tandsteen kunnen ontstoken tandvlees geven waardoor de kat pijn heeft bij het eten. Een aandoening die vaak voorkomt bij katten zijn tandhalslaesies. De tanden en kiezen worden aangetast op de overgang van tandkroon (boven het slijmvlies) en tandwortel (onder het slijmvlies). De laesies ontstaan doordat tandoplossende cellen (odontoclasten) aangezet worden tot afbreken van het tandweefsel. De laesie kan zelf de zenuwholte aantasten en dit geeft hevige pijn.
De kat vermagert ondanks een normale eetlust
Schildklierproblemen, ook wel hyperthyreoïdie genoemd, zien we vaak bij oudere katten vanaf 8 jaar. Hierbij is het belangrijk om preventief bloedonderzoeken te doen om de ziekte tijdig op te sporen. De taak van de schildklier is het produceren van schildklierhormoon. Dit hormoon reguleert de snelheid van het metabolisme, en zo de snelheid van het verbruik van voedingsstoffen en energie. Bij de kat is er sprake van hyperthyreoïdie. Een overproductie van het schildklierhormoon. Dit veroorzaakt een snellere stofwisseling. Ondanks dat de kat vaak een verhoogde eetlust heeft, zal deze toch gaan vermageren.
Een kat met suikerziekte of diabetes mellitus valt af ondanks een normale of verhoogde eetlust. Deze katten gaan vaak overmatig veel drinken en dus ook meer plassen. De kat heeft een probleem in de suiker- en insulinehuishouding. Insuline, aangemaakt in de alvleesklier, zorgt voor de opname van suiker in de cel. Bij suikerziekte is er een tekort aan insuline. Hierdoor kan suiker niet meer opgenomen worden in de cel. Het suiker blijft in de bloedbaan en zorgt voor een verhoogd suikergehalte. De diagnose wordt dus gesteld aan de hand van een bloedonderzoek.
Chronische nierproblemen zullen ervoor zorgen dat de kat afvalt maar in het begin nog eetlust heeft. Echter op langere duur zal de eetlust toch afnemen. Bij nierfalen worden de nieren onherstelbaar beschadigd. Het verlies van de nierfunctie gaat geleidelijk aan. Daardoor hebben de nieren de tijd om zich aan te passen waardoor de kat het in het begin nog vrij goed doet.
Het is uitermate belangrijk om preventief bij katten ouder dan 8jaar een bloedonderzoek te doen. Op het bloed kan men de SDMA-waarde bepalen. Dit is een vroege nierwaarde. Bij verhoging van SDMA wil dit zeggen dat de nierfunctie met 25 tot 40% aangetast is. Meestal zijn er dan weinig uiterlijke symptomen zichtbaar. Hierdoor kan je vrij vroeg de diagnose stellen en kan het dier met behulp van een nierdieet nog vele jaren ondersteund worden. Het jaarlijks opvolgen van deze dieren is wel van belang.
Een kat met een tumor kan afvallen ondanks een goede eetlust. De tumor gaat lopen met voedingsstoffen. Via palpatie, echografie, radiografie en bloedonderzoek kan de diagnose gesteld worden.
Vermagert je kat plots? Speel op veilig en maak een afspraak
Merk je op dat je kat plots vermagert, neem dan contact op met de dierenarts. Deze kan dan gericht uitzoeken wat de mogelijk oorzaak is.
